dinsdag 26 april 2016

Op weg naar Zillebeke

Vanochtend vertrokken Tanja, Jan, Freek en ik (Betty) rond 11.30 uur uit Middelharnis richting Zillebeke. Daar hebben we voor een midweek het vakantiehuis Caterpillar gehuurd.

In de buurt van Kruisbeke (net voorbij Antwerpen) stopten we voor de lunch. Het duurde vrij lang voor onze bestelling klaar was, maar daarna konden we er wel weer tegen.
Toen we verder reden kwamen we in een heftige regenbui terecht, in combinatie met het niet geweldige asfalt, leverde dat zeer slecht zicht op...

Rond 14.30 uur waren we in de buurt van Zonnebeke, waar we een bezoek brachten aan het
Memorial Museum Passchendaele 1917.


Het museum bevindt zich in een omgeving die in de Eerste Wereldoorlog één groot slagveld was en nadien is heropgebouwd. In Zonnebeke, waarvan Passendale een deelgemeente is, zijn er heel wat sporen van de Grote Oorlog te vinden.





Met het vooruitzicht op honderd jaar herdenking van de Eerste Wereldoorlog werd het museum uitgebreid. In zorgvuldig nagemaakte loopgraven waant de bezoeker zich in de Eerste Wereldoorlog en een authentieke Amerikaanse noodwoning vertelt het verhaal van de hulp en wederopbouw.




Vier jaar lang leverden soldaten uit meer dan 50 landen strijd. West-Vlaanderen, en met name de Westhoek en de streek rond Ieper, werden zwaar getroffen. De verwoestende oorlog heeft hier duidelijk en tot op de dag van vandaag sporen nagelaten in het landschap.
De Derde Slag bij Ieper of de Slag bij Passendale vond plaats in 1917. Gedurende vijf maanden tijd vielen tijdens deze opeenvolging van slagen een half miljoen slachtoffers (doden, vermisten en gewonden). De frontlijn verschoof tijdens de gruwelijke gevechten in een landschap dat door de hevige artilleriebeschietingen en de felle regen herschapen was tot een modderzee waar niemand kon schuilen, slechts 8 kilometer. 
De ruïnes van het dorp Passendale waren het einddoel van de geallieerden. Na het innemen van het dorp door Canadese troepen begin november, eindigde de slag. Enkele maanden later heroverden Duitse troepen de heuvelrug.










Daarna reden we door naar Tyne Cot Cemetery, ook in Zonnebeke.


Slachtoffers uit alle landen worden sinds het einde van de oorlog herdacht. Tyne Cot Cemetery in Passendale, de grootste militaire begraafplaats van de Commonwealth ter wereld, is de meest bezochte plek gelieerd aan de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek.






Het terrein heeft een oppervlakte van 34.941 m² en de Commonwealth War Graves Commission zorgt voor het onderhoud. De begraafplaats werd ontworpen door Herbert Baker in samenwerking met John Truelove. Een muur van zwarte vuurstenen keien, afgedekt met witte natuursteen, omgeeft hem. Het toegangsgebouw is eveneens uit zwarte vuursteen opgebouwd. Achteraan bevindt zich de halfcirkelvormige Tyne Cot Memorial met de namen van 33.783 vermiste Britse soldaten en, in een afzonderlijke apsis, nog eens 1176 vermiste Nieuw-Zeelanders.
Aan elk uiteinde van de Memorialmuur staat een paviljoen. Centraal op het terrein bevindt zich het Cross of Sacrifice, gebouwd bovenop een bunker die vóór de verovering als Duitse commandopost dienst deed. De Stone of Remembrance staat achteraan, tussen de Memorial to the missing en het Cross of Sacrifice. Twee bunkers bevinden zich aan de voorzijde van de begraafplaats, twee andere bevinden zich achteraan, onder de paviljoenen langs weerszijden van de Memorialmuur.
In het toegangsgebouw bevindt zich het kastje waarin het register met de namen en de locatie van de graven. Er is ook een Visitors book waarin men een boodschap kan schrijven. Aan de buitenzijde van de ingang hangen 3 gedenkplaten in Nederlands, Frans en Engels. Ze vermelden deze tekst: "Deze grond werd voor eeuwig door de Belgische bevolking aan de geallieerde troepen geschonken, uit dankbaarheid voor hun inzet". Deze begraafplaats is een Open Cemetery, d.w.z. dat er nog stoffelijke resten uit de omringende slagvelden kunnen bijgezet worden.
Er liggen 11.957 doden begraven, waarvan 8.369 niet meer geïdentificeerd konden worden.






Ondertussen was het ruim 16.00 uur geweest en begon het weer te regenen. Na contact met de eigenaar van het vakantiehuis, haalden we de sleutel bij hen op. Tenminste, dat was de bedoeling, maar de eigenaar reed even met ons mee om het e.e.a. uit te leggen. Daarna laadden we onze spullen uit, dronken een bakje koffie en deden wat boodschappen bij de supermarkt in Ieper.

Daarna hadden we wel trek en aten we prima bij De Kollebloeme op de Grote Markt in Ieper: een heerlijk runderstoofpotje (Tanja en ik) en een rumpsteak (Jan), Freek hield het bij friet met frikandellen.



Daarna namen we nog een kopje koffie.

Ondertussen zagen we al allerlei mensen in uniform naar de Menenpoort lopen. We besloten gelijk ook maar even te gaan kijken.
Het was een hele drukte: op 25 april is het nl. Anzacday: de dag waarop herdacht wordt dat het Australische en Nieuw-Zeelandse Soldatenkorps op 25 april 1915 geland is op het Turkse schiereiland Gallipolli en voor hen de Eerste Wereldoorlog begon.










Tijdens de ceremonie werd het bekende gedicht van Laurence Binyon, For the Fallen, voorgedragen:

They shall grow not old,
as we that are left grow old:
age shall not weary them,
nor the years condemn.
At the going down of the sun
and in the morning
we will remember them.


Daarna werd het gedicht In Flanders Fields door 3 mensen gezongen, gevolgd door de volksliederen van Australië, Nieuw-Zeeland en België.
Ondertussen werden er door diverse mensen kransen met bloemen gelegd.
Morgen gaan we de poort wat uitgebreider bekijken!



Daarna spoedden we ons, opnieuw door de regen, snel naar de auto en daarna terug naar het vakantiehuisje.

De slaapkamers bevinden zich op een open zolder, een levendig geheel dus...
Welterusten :-(

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.