Vandaag het vervolg van ons vakantieavontuur. Dit keer wordt het een verslag vanuit België!
Om 12.00 uur had het complete reisgezelschap, deze week bestaand uit 5 personen, afgesproken bij de molen in Doel. Doel ligt op de linkeroever van de Schelde, vlakbij de Nederlandse grens en is vooral bekend als 'spookstad' door de vele leegstaande huizen voorzien van graffiti én natuurlijk ook van de kerncentrale.
In 1970 had het dorp nog 1400 inwoners, inmiddels zijn dat er maar tientallen meer...
Sinds de jaren zestig raakte het dorp bekend door de uitbreidingsplannen voor de haven van Antwerpen die het dorp zouden laten verdwijnen.
Bewoners die dat wilden, konden vanaf 1999 hun woning vrijwillig verkopen aan de Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied (MLSO).
Bewoners die dat wilden, konden vanaf 1999 hun woning vrijwillig verkopen aan de Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied (MLSO).
In maart 2022 werd een akkoord bereikt waardoor de uitbreiding van de haven door kan gaan, zonder dat Doel daardoor moet verdwijnen of onleefbaar wordt. Ook het veer tussen Lillo en Doel werd toen weer hersteld. Er is nu zelfs een terugkooprecht voor inwoners die ooit hun woning verkochten aan de overheid ter onteigening.
De parochiekerk van Doel is gewijd aan Maria-Tenhemelopneming. De kerk werd tussen 1851 en 1854 gebouwd volgens een ontwerp van de stadsarchitect van Gent. Na schade door verzakkingen is de kerk zo'n 25 jaar geleden grondig gerestaureerd. Inmiddels is hij weer behoorlijk scheefgezakt.
Om krakers te weren, zijn de meeste huizen dichtgespijkerd of zelfs voorzien van metalen platen. Dat geeft toch een wat naargeestige sfeer... Niet onaardig om op een zonnige dag door de verlaten straten te lopen en foto's te maken. Maar ik zou niet willen ruilen met de paar bewoners die er nu nog wonen.
's Avonds, 's nachts en in het weekend kun je trouwens niet zomaar met de auto het dorp inrijden. Je moet dan je identiteitsbewijs in een automaat steken, waardoor een paal die de toegang blokkeert, in de grond zinkt. Doordeweeks overdag is het geen probleem, zodoende konden wij dus gewoon met de auto het dorp inrijden.
's Avonds, 's nachts en in het weekend kun je trouwens niet zomaar met de auto het dorp inrijden. Je moet dan je identiteitsbewijs in een automaat steken, waardoor een paal die de toegang blokkeert, in de grond zinkt. Doordeweeks overdag is het geen probleem, zodoende konden wij dus gewoon met de auto het dorp inrijden.
Bij de Molen lunchten we op het terras en reden daarna naar Lissewege, een dorpje net ten noorden van Brugge. Een soort Thorn, alleen dan in Vlaanderen.
We werden creatief welkom geheten!
Leuke stokrozen! Uiteraard weer wat zaadjes meegejat ;-)
Na nog een klein uurtje rijden, kwamen we op de plaats van bestemming: Hotel Iris in De Panne (de naam De Panne is afkomstig van het woord duinpan).
De auto's konden gelukkig direct naast het hotel geparkeerd worden.
De auto's konden gelukkig direct naast het hotel geparkeerd worden.
Om 18.00 uur aten we bij de Italiaan aan de Zeedijk een heerlijke pizza of pasta.
Bij een andere Italiaan scoorden we een toetje. Dat smaakte naar meer!
De Panne heeft nooit een eigen haven gehad, maar had rond 1900 wel de op een na grootste vissersvloot van de Belgische Kust. De boten met platte bodem werden op het strand getrokken. De plannen om een haven aan te leggen, zijn nooit uitgevoerd en uiteindelijk verdwenen de vissers geleidelijk uit het dorp. Van een vissersdorp werd het een toeristische badplaats. Op de zeedijk werden villa's in pittoreske stijl gebouwd. Door de komst van het massatoerisme vanaf de jaren 50, verdwenen de kustvilla's en kwamen er hoge appartementsblokken voor in de plaats. Van de oorspronkelijke bebouwing is helaas haast niets meer over.
Villa Kaatje gelukkig nog wel!
Villa Kaatje gelukkig nog wel!
Door de zeelucht slapen we hopelijk als rozen!
Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Nieuwe opmerkingen zijn niet toegestaan.