We verbleven in een appartement aan de rand van de oude binnenstad, zodat de meeste bezienswaardigheden op loopafstand waren.
Er is een prachtig stadhuis, dat deels uit de 13e eeuw stamt. In de 15e eeuw werd het uitgebreid en in de 16e eeuw kreeg het zijn huidige uitstraling. Het oude centrum staat vol met mooie vakwerkpanden.
Een speciale vermelding verdient het kasteel. Dit torent op een heuvel boven de stad uit. De familie Stolberg zwaaide hier lang de scepter. Juliana, de moeder van Willem van Oranje, heeft er ook nog gewoond. In de 19e en 20e eeuw speelde de familie een belangrijke rol aan het Duitse keizerlijke hof en dat is te zien aan de statige zalen uit die tijd.
Ook de omgeving van Wernigerode is fraai. De hoogste berg van de Harz, de Brocken, ligt vlakbij. Er rijdt een smalspoortrein, vaak getrokken door een stoomlocomotief, naar toe.
Maar ook vanaf ons dakterras was er genoeg te zien!
Uiteraard zijn de bergen bebost, maar er zijn de laatste jaren veel fijnsparren gesneuveld door het ijverige knaagwerk van de letterzetter of schorskever. Die kreeg de kans om toe te slaan nadat de bomen door droogte en hitte verzwakt waren. Dat leidt tot kaalslag. Gelukkig groeit er weer nieuw groen tussen de resten van de oude bomen.
Van de Tweede Wereldoorlog zijn ook nog sporen terug te vinden in Wernigerode. In het bijzonder in het werkkamp dat hier was, als een buitenkamp van Buchenwald. Het is nu ingericht als monument.
En uiteraard kun je in Wernigerode ook naar de kerk. Dus dat deden we. Op zaterdag, naar de tot concertzaal verbouwde Liebfrauenkirche. En op zondag, naar de Christuskirche.