Tanja en ik startten vanochtend weer traditiegetrouw met een wandeling. Ook deze keer weer over het strand. Ondertussen zochten we naar mooie schelpen.
We liepen tot aan het Omaha Beach D-Day Memorial en draaiden daar om.
Toen we tegen 9.30 uur weer bij het huisje waren, lag iedereen nog op bed.
De laatste werd rond 11.00 uur wakker.
Daarna werden er boodschappen gedaan in een supermarkt, met de nadruk op super.
Het kost haast een halve dag om alle paden door te wandelen. Een belevenis op zich ;-)
Na een verlate lunch vertrokken we naar Arromanches-les-Bains.
Onderweg zagen we 6 loslopende paarden die de doorgaande weg overstaken en vervolgens door een akker renden.
In Arromanches parkeerden we bij de Cinema Arromanches 360. In de bioscoop wordt de 20 minuten durende film 'De prijs van de vrijheid' getoond, op 9 in een cirkel hangende schermen.
Na het bekijken van deze indrukwekkende film liepen we een rondje door het dorp.
De Mulberryhaven van Arromanches-les-Bains was een van de twee havens die in 1944 na de landing in Normandië werden aangelegd. De haven bij Arromanches-les-Bains was nodig om na de invasie de geallieerde troepen te kunnen blijven bevoorraden en groot materieel aan land te kunnen brengen. Ook schepen met een grote diepgang moesten kunnen aanmeren. De bestaande zeehavens in Normandië waren moeilijk in te nemen en zouden naar verwachting ook door de Duitsers onklaar worden gemaakt.
Met de aanleg van de tijdelijke haven werd op 7 juni 1944 gestart door het tot zinken brengen van oude oorlogs- en vrachtschepen (de 'Blockships' waaronder de Nederlandse kruiser Sumatra). Op deze wijze ontstond een golfbreker met een totale lengte van ca. 7 km. Hierop volgend werden aan de zeezijde achter de gezonken schepen Phoenix-caissons tot zinken gebracht. Deze caissons waren in het geheim vooraf al in Engeland vervaardigd en elk voorzien van een kanondek met een geschutskoepel.
In de luwte van de golfbreker werden drijvende loskaden aangelegd, die via drijvende bruggen verbinding kregen met de stranden van Arromanches. Deze pontons waren op vier hoeken voorzien van 30 meter lange, beweegbare steunpilaren. Hierdoor konden de pontons de getijdebewegingen volgen en kon onafhankelijk van het getij ononderbroken worden gelost.
De genie had alles nauwkeurig voorbereid en zorgde dat bij de bouw van de haven ook goede afvoerwegen werden aangelegd richting het achterland.
De haven functioneerde goed maar werd na enkele dagen (19 juni 1944) geteisterd door een zware voorjaarsstorm die drie dagen aanhield. Hier waren de Mulburryhavens niet op berekend. Bij de haven van Arromanches was de schade te herstellen, waardoor deze een belangrijke bijdrage heeft kunnen leveren bij de bevoorrading van de soldaten.
Aan het eind van de middag keerden we weer huiswaarts. Er werd door een aantal mensen nog een duik in zee genomen.
Vlakbij ons vakantiehuisje is het Pointe du Hoc. Daar reden we vanavond nog naar toe.
De Duitsers hadden op dit punt zes 155 mm kanonnen geïnstalleerd, om de stranden te verdedigen. Op 6 juni 1944 was Pointe du Hoc een doelwit van de geallieerden, om de stranden vrij te krijgen van het dreigende geschut. Deze zware missie werd toevertrouwd aan de US 2nd Ranger bataljon, onder leiding van luitenant-kolonel James Earl Rudder. 225 man zouden landen op het strand en moesten de kanonnen vernietigen.
De dagen voordat de landing op Pointe du Hoc plaatsvond, werd het zwaar gebombardeerd. Door deze bombardementen hadden de Duitsers de 155 mm kanonnen meer landinwaarts geplaatst, wat de Rangers niet wisten.
Om 7 uur in de morgen bereikten de Rangers de voet van de 30 meter hoge kliffen, die door de Duitsers vanuit bunkers werden verdedigd. Met behulp van touwladders en met mortieren omhoog geschoten enterhaken met touwen, slaagden de mannen erin tegen de kliffen op te klimmen, de Duitsers uit te schakelen en een strategische positie in te nemen. De Rangers ontdekten dat de kanonnen uit de bunkers weggehaald waren en gingen op zoek naar de artillerie. Deze werd al vlug gevonden en vernietigd.
De lastigste periode kwam na de aanval op de klif. De groep bleef twee dagen geïsoleerd en moest verschillende Duitse tegenaanvallen afslaan om de positie onder controle te houden. In de morgen van 7 juni bedroeg het aantal inzetbare manschappen 90 tot 100 man, waarvan velen lichtgewond waren. Opgesloten tussen de bunkerresten hadden ze geen voedsel meer en zaten ze krap in hun munitie. Later die dag arriveerden uiteindelijk enkele versterkingen en konden de Duitsers definitief worden teruggedrongen.
Het terrein is nu nog steeds als een maanlandschap bezaaid met diepe kraters. Tussen deze kraters liggen nog kapotte delen van de Duitse bunkers. Enkele van deze bunkers staan nog geheel of gedeeltelijk overeind.
Er is een gedenkteken en museum opgericht.
Het Pointe du Hoc Federal Monument, heeft een naaldvorm en is gebouwd op de schietbegeleidingspost.
Dat was het weer voor vandaag, tot morgen!