Na een kop koffie op het vliegveld was het tijd om aan te sluiten in de lange rij voor de balie van de autoverhuurder. Ook al was alles gereserveerd en betaald, wachten moesten we. Maar dat werd beloond en zo namen we de sleutel van een zwarte Renault Clio in ontvangst.
Onze eerste verblijfplaats op Corsica is een appartement in Porto-Ota, aan de westkust. En de luchthaven van Bastia ligt in het oosten. Dat betekent 119 km rijden, dwars over het eiland. En dat betekent: over de bergen. We ontdekten gelijk dat Corsica prachtige natuur heeft. En ook smalle weggetjes met veel bochten, waarop regelmatig varkens, geiten en koeien los lopen (of stilstaan). We reden gelijk over het hoogtepunt van onze reis: de Col de Vergio, de hoogste geasfalteerde bergpas van het eiland. Bovenop staat een groot (9,5 m hoog) beeld dat Christus Koning voorstelt. Het was daar best fris: 15 graden, terwijl het in Bastia 27 was...
Na een aantal uren - op die smalle en bochtige weggetjes is hard rijden geen optie - kwamen we bij ons appartement. Het is ruim, voorzien van alle gemakken (inclusief airco) en biedt uitzicht op de haven van Porto.
Na te hebben uitgepakt en wat boodschappen te hebben gedaan, zijn we naar de zee gewandeld. We genoten van het uitzicht op water, wind, wolken en zon. Op een terras aan zee aten we wat.
Ook zaterdag brachten we (na uitslapen) in Porto door. Porto is een klein dorpje dat duidelijk op toeristen is ingericht. Het ligt tussen hoge rotsen, direct aan zee (de Golf van Porto). En omdat het flink waait is de zee wat onstuimig. Dat levert prachtige plaatjes op.
Bij de havenmonding staat een Genovese toren. Die stamt uit de 16e eeuw toen Corsica vanuit Genua werd bestuurd en overal langs de kust dergelijke (militaire) fortificaties werden gebouwd. Deze toren beklommen we en genoten (ook daar) van het uitzicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.