donderdag 28 april 2016

Winkelen in Kortrijk, Ieper en wandeling naar het Woods Cemetery

Na het ontbijt vertrokken Tanja, Freek en ik richting Kortrijk om eens lekker te gaan shoppen. Jan voelde zich niet zo geweldig, dus die bleef thuis.
Het shoppen lukte prima! Rond 14.30 uur waren we weer bij het huisje. Daarna deden we nog wat boodschappen in Ieper en aten we bij In 't Klein Stadhuis aan de Grote Markt. Helaas laat mijn fototoestel het op dit moment afweten, dus vandaar dat het bewijsmateriaal ontbreekt...

Na het eten maakte we nog een wandelingetje naar het Woods Cemetery.






Op deze begraafplaats (op loopafstand van ons huisje) liggen 326 militairen begraven: 111 Canadezen, 3 Australiërs en 212 Britten (waarvan er 32 niet geïdentificeerd konden worden). Het zijn met name soldaten van 2nd, 3rd en 10th Canadian Infantry Battalions.






De onregelmatige vorm van de begraafplaats heeft te maken met de omstandigheden waaronder de bijzettingen moesten gebeuren toen de frontlijn net buiten het bos liep.

 Langs beide kanten van het kanaal Ieper-Komen hadden de Britten en Duitsers stellingen uitgebouwd in de hoger gelegen oevers (nauwelijks 40 meter van elkaar verwijderd). De Britten noemde de oever The bluff (steile oever). Beide kampen probeerden elkaar uit te schakelen door het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen.Bij een grote mijnexplosie op 14 februari 1916 verloren honderden soldaten het leven.
In de omgeving zijn nog 2 begraafplaatsen: 1st D.C.L.L. Cemetery en Hedge Row Trench Cemetery.






Toen we weer terug liepen, kwamen er ineens 2 hertjes aangerend. Een mooi gezicht!





Ondertussen hebben we al een beetje ingepakt en genieten nu nog even van een laatste wijntje. Morgen hopen we weer in NL te arriveren!

woensdag 27 april 2016

Langemark, Diksmuide en Nieuwpoort-Bad

Rond een uur of negen zaten we weer aan het ontbijt, bestaand uit stokbrood, opgewarmde pannenkoeken en croissants. Na de afwas vertrokken we rond half elf richting Langemark-Poelkapelle.
In dit plaatsje bevindt zich een Duitse militaire begraafplaats, waar meer dan 44.000 soldaten begraven liggen. Er is een massagraf met daarin 25.000 niet-geidentificeerde soldaten.







Langemark lag tijdens de oorlog aan de frontlinie. In oktober 1914 ontstond op deze plaats een Britse begraafplaats. Het gebied viel na de gasaanval van 22 april 1915 (de start van de chemische oorlogsvoering) in Duitse handen. In de zomer van 1917 werd het gebied heroverd en van het voorjaar van 1918 tot het einde van de oorlog was het opnieuw in Duitse handen.
De begraafplaats wordt ook het Studentenfriedhof genoemd. Op 21 oktober 1914 werden twee Duitse Reservekorpsen ingezet om de Britse en Franse troepen aan te vallen en zo een doorbraak naar Ieper te forceren. De Duitse troepen waren onervaren en werden massaal afgeslacht door de Britten en Fransen. De Duitse legerleiding verspreidde juist het bericht dat de jonge regimenten ten westen van Langemark de vijandelijke linie hadden doorbroken terwijl ze 'Deutschland, Deutschland uber alles' zongen. Dit bericht werd door Duitse kranten overgenomen en de mythe was ontstaan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezocht Hitler de begraafplaats om de toenmalige helden te eren.




Daarna reden we door naar Diksmuide. Onze eerste stop was bij de IJzertoren. De toren staat aan de oever van de rivier de IJzer en stamt (oorspronkelijk) uit 1930. Op de vier zijden van de toren staat 'Nooit meer oorlog', in de vier talen van de strijdende partijen.


Het is vooral een herdenkingsmonument voor de Vlaamse gesneuvelden, maar staat ook symbool voor de aan de IJzer ontstane wil tot meer politieke verzelfstandiging van Vlaanderen. Jaarlijks is er een IJzerbedevaart, een manifestatie tegen oorlog en voor Vlaams zelfbestuur. 

Op de toren staat in kruisvorm de letters AVV / VVK, wat staat voor Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus.
In de Tweede Wereldoorlog is de toren beschadigd geraakt. In de nacht van 15 op 16 maart 1946 was de toren doelwit van een aanslag met dynamiet en werd hij volledig verwoest. Met de resten is op het voorterrein de Poort van Vrede gebouwd.




In de periode van 1952 tot 1965 werd de huidige toren gebouwd, met 84 meter hoogte is deze een stuk hoger dan het oorspronkelijke exemplaar.
Er zijn 22 verdiepingen ingericht als museum.



We moesten met een lift omhoog, daarna konden we nog 2 verdiepingen met trappen omhoog en stonden daarna op het dak, waar we een mooi uitzicht hadden over de omgeving. Daarna bekeken we het museum van boven naar beneden.









 



Na ons bezoek aten we een meegebracht broodje op het parkeerterrein en reden daarna verder langs de IJzer naar de Dodengang. Het museum bekeken we in vogelvlucht, op een gegeven moment ben je verzadigd, wat dat betreft...




De Dodengang is een complex van bewaarde loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog. Het was een vooruit geschoven post in het verdedigingssysteem en vormde een uitstulping naar de Duitse posities. De Belgische en Duitse loopgraven lagen hier slechts enkele meters uit elkaar en er vonden dan ook over en weer aanvallen plaats. Als bescherming werd de muizenval aangelegd op het einde van de Dodengang. Prikkeldraad, klemijzers en een bunker met schietgaten hielden de Duitsers hier definitief weg.











Na al dit oorlogsgeweld reden we door naar Nieuwpoort-Bad en wiepen daar een blik op de zee. In België is het geen vakantie, veel horeca is gesloten. Verder was het wel droog, maar ook erg koud. Het lokte dan ook niet aan om een eindje te wandelen over de boulevard.






We kochten een take away koffie en tegen Freek z'n trek een Brusselse wafel (by far de lekkerste die hij at) en reden terug naar Zillebeke.
Daar relaxten we wat en warmden we op in ons vakantiehuisje. Rond 18.00 uur vertrokken we naar Ieper waar we weer lekker aten op de Grote Markt.



Morgen staat Kortrijk op het programma!