dinsdag 26 april 2016

Hill 60, Menenpoort en In Flanders Fields Museum

Na een, voor mij dan ;-), onrustige nacht, stond ik om 8.00 uur op. De rest volgde eigenlijk meteen.
Na een paar bakjes koffie en verse afgebakken broodjes, konden we deze nieuwe dag weer helemaal aan.


Vlak achter ons huisje ligt Hill 60 en de Caterpillar. Daar startten we vandaag met onze tour.







Op 22 november 1914 eindigde de Eerste Slag om Ieper.
(Er zijn totaal 4 slagen geweest rondom Ieper:
eerste slag - 19 oktober - 22 november 1914;
tweede slag: 22 april t/m 15 mei 1915;
derde slag - 31 juli t/m 10 november 1917 ook bekend als de
Slag om Passendale;
vierde slag - 9 t/m 29 april 1918)

 Toch waren er nog lokale gevechten om betere posities. De Duitsers slaagden er in december 1914 in de heuvel op de Fransen te veroveren waardoor zij een prima uitkijkpost over het front richting Ieper kregen. De Fransen werden in februari 1915 afgelost door de Britten en de heuvel kreeg de codenaam "Hill 60". Op 12 maart wilden de Duitsers een chloorgasaanval openen vanaf Hill 60, maar omdat de wind uit de verkeerde richting woei ging de aanval niet door (50 dagen later vond de aanval alsnog plaats).

De Britten groeven 6 mijngangen naar de heuvel en brachten op 17 april 1915 vijf ervan tot ontploffing. Tonnen aarde en klei vlogen in de lucht, wapens en manschappen werden er onder bedolven en de Britten wisten de heuvel te veroveren.

Op 1 mei 1915 was de windrichting eindelijk gunstig en lieten de Duitsers chloorgas op de Britten los, bij een zuid-zuidoostenwind. Deze aanval was echter geen groot succes. Omdat chloorgas zich  langzaam verspreidt, kwam een deel van het gas in de Duitse linies terecht en bleef het ook te dicht boven de grond hangen waardoor de Duitsers er nog meer last van hadden dan hun tegenstanders.

Op 5 mei 1915 lieten de Duitsers driemaal gas naar de Britten toedrijven en slaagden erin om de heuvel te heroveren. De Britten werden volledig uit Zwarteleen (een gehucht bij Hill 60) verdreven. Op 7 mei 1915 probeerden de Britten tevergeefs de heuvel te heroveren. De Duitsers hielden "Höhe 60" uiteindelijk 13 maanden bezet.


De Duitse en Franse frontlijn lagen heel dicht bij elkaar.









De Britten hadden in augustus 1915 een strategisch plan. Ze wilden vóór de eerste linies ondergrondse luisterposten installeren om eventuele ondergrondse activiteiten van de Duitsers te lokaliseren. De Duitsers deden de Britten na: galerijen graven en volproppen met (tegen)mijnen. Vanachter de luisterposten, en dieper dan deze, groeven de Britten de 500 meter lange zgn. Berlin Tunnel om zo die van de Duitsers af te snijden. De Britten groeven diep (tot 30 meter) onder de Duitse posities door om deze zo op te blazen. Er ontwikkelde zich een ondergrondse strijd. De Britten slaagden erin om dieper in de klei (blue bastard clay) door te dringen, mede omdat zij vanuit lager gelegen terrein konden beginnen met graven. De laatste 100 meter werd gesplitst: een gang onder Hill 60 (27 meter diep) en een gang onder de spoorlijn tot The Caterpillar (30 meter diep), een uitloper aan de andere kant van de spoorlijn.

Op 7 juni 1917 brachten de Britten 22 mijnen tot ontploffing, 19 daarvan explodeerden daadwerkelijk en zo begon de Slag om Mesen. Onder Hill 60 explodeerde 24.267 kilo springstof en onder "The Caterpillar" 31.752 kg, Er wordt gezegd dat de explosies tot in Londen te horen waren.





Daarna reden we door naar Ieper. Omdat de zon scheen, besloten we eerst naar de Menenpoort te lopen.



De Menenpoort is een stadspoort die in 1927 door de Britten werd gebouwd aan de oostzijde van de stad, ter nagedachtenis van de ongeveer 54.900 Britse soldaten die sneuvelden en niet meer geïdentificeerd of teruggevonden werden. De naam verwijst naar de stad Menen, een stad waar men vanuit Ieper-centrum via de Menenpoort naartoe kan. De poort is een van de herdenkingsmonumenten voor vermisten van de Commonwealth War Graves Commission.



Op de Menenpoort staan de namen van 54.896 vermiste soldaten en officieren van het Britse Gemenebest. De poort werd ontworpen door Reginald Blomfield en heeft de vorm van een Romeinse triomfboog. Omdat de Menenpoort te klein bleek te zijn, werden alle Britse vermisten gesneuveld vanaf 16 augustus 1917 vermeld op het Tyne Cot Memorial. Als scheidingsdatum tussen deze twee groepen werd de nacht van de Slag bij Langemark genomen. Vermisten van Nieuw-Zeeland en Newfoundland staan op aparte memorialen. De stoffelijke overschotten van deze soldaten hebben geen bekend graf en liggen ofwel ergens verloren in de Ieperse velden, ofwel op een oorlogskerkhof rond Ieper met als vermelding op de grafsteen Known Unto God (alleen gekend bij God).

Sinds 1928 (uitgezonderd 1940 tot 1944) wordt hier iedere avond, klokslag acht uur door een groep klaroenblazers van de Stedelijke Brandweer de Last Post gespeeld opdat we niet vergeten hoe zij voor ons streden (Lest we forget ...).







Daarna liepen we terug naar de Grote Markt en bezochten we het
In Flanders Fields Museum in de Lakenhal.
De naam verwijst naar een bekend gedicht van John McCrae: In Flanders Fields.


We kregen allemaal een polsbandje om, waarmee we de toegangspoortjes konden openen. Ook moest je jezelf aanmelden, o.a. aangeven uit welk land je komt, zodat er bij diverse infopanelen in de juiste taal tekst zichtbaar werd.














Rond 13.00 uur waren we uitgekeken en aten we in het museum-restaurant een broodje.
Daarna gingen we terug naar ons vakantiehuisje om wat uit te rusten.







Na een kopje koffie/thee liepen we naar The Caterpillar, vlak achter ons huisje.



Daarna relaxten we nog even in ons vakantiehuisje en vertrokken rond 17.00 uur naar Ieper, waar we een paar boodschappen deden en daarna heerlijk aten bij Het Moment in de Boterstraat.



Na het eten reden we nog richting Boezinge, aan de noordkant van Ieper, om een bezoekje te brengen aan de kanaalsite John McCrae.
Hier is een militaire begraafplaats Essex Farm Cemetery. Verder is er een obelisk voor de 49th (West Riding) Division en zijn er betonresten van een medische post en is er een monument opgericht voor John McCrae en zijn gedicht In Flanders Fields, dat hij op die plek geschreven zou hebben.




Er liggen nu 1185 militairen begraven, 1171 Britten, 9 Canadezen en 5 Duitsers. 104 slachtoffers konden niet geïdentificeerd worden. Voor 19 Britten werden Special Memorials opgericht, omdat men aanneemt dat ze zich onder de naamloze grafstenen bevinden.






In Flanders fields
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.
Major John McCrae – 1915
Boezinge








Morgen hopen we een dagje richting Diksmuide en evt. de kust te gaan.
Alvast welterusten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.