Om 8.15 uur zaten we vanochtend opnieuw aan een overvloedig ontbijt. We hebben, althans de meesten, zelfs een plak van een tulbandcake gegeten. Het moet niet gekker worden ;-)
Zoals de trouwe lezertjes wel weten, is Jan onze vaste zondagsschrijver. Hieronder het stuk van zijn hand.
Deze morgen bezochten we de Martin Luther Kirche in Linz (www.linzevang.com). Deze behoort tot de
Evangelische kerk (AB). AB staat voor Augsburger Bekenntnis. Dat wil zeggen, hoe
kan het ook anders met zo'n naam, dat deze kerk tot de Lutherse evangelische
kerk behoort en niet tot de calvinistische (die wordt aangeduid met HB voor
Helvetische Bekenntnis), alhoewel die term calvinistisch hier ook weer niet
schijnt te betekenen wat wij daar in Nederland bij denken. Goed, elk land zijn
eigen kerkelijke kaart, zullen we maar zeggen.
Nadeel van deze kerk was dat de dienst reeds om 9.30 uur begon, wat de uitslapers niet zoveel gelegenheid bood. Gelukkig staat de kerk binnen enkele minuten loopafstand van ons hotel. Het bleek van buiten en van binnen een mooi kerkje te zijn. We hebben ons bescheiden op de achterste rij neergezet. De kerk zat niet zo vol als we van thuis gewend zijn, en de gemiddelde leeftijd was wat hoger. Iemand had ook zijn hond meegenomen, die van tijd tot tijd wat bescheiden blijken van ontstemming of (wie zal het zeggen?) instemming liet horen.
Voorganger op deze 8e zondag na Trinitatis, dat werd er ook weer bij verteld, net als vorige week in Rügen, toen het uiteraard de 7e was, was pfarrer dr. Thomas Pitters. Dr. Pitters is op projectbasis aan deze gemeente verbonden voor o.m. pastoraal werk in de gevangenis. Hij heette ons hartelijk welkom op deze zonnige zondag. Thema van de dienst was "kinderen van het licht". De Kantorin begeleidde de gemeentezang op het orgel. Matt, die het kan weten met kerkorgelspelende ouders, zei: "Deze dame kan echt spelen!"
We mochten weer een schriftgedeelte "in Wechsel" lezen. Uiteraard werd er ook gebeden, waarbij ons opviel dat de predikant zich bij de gebeden naar het altaar, dus naar het kruis, toekeerde en dus met de rug naar de gemeente stond.
Voor de preek beklom de voorganger de kansel. De preek was naar aanleiding van de woorden uit Mattheus 5, waar staat dat het licht niet onder een korenmaat maar op een kandelaar moet staan. Als beeld gebruikte hij planten die in de wintermaanden in de kelder hebben gestaan, en dan in het voorjaar weer in het licht worden gezet. Er gebeurt dan iets wat een wonder lijkt: door licht en water komt het bijna doodgewaande plantje weer tot leven. Het scheppen van licht was Gods eerste scheppingsdaad. Daardoor is alles tot leven gekomen. En ook nu geldt dat nog: door Gods licht komen mensen tot leven. In Jezus kwam Gods licht tot ons. Alle mensen hebben Gods licht nodig, en mensen nodig die dat aan hen doorgeven. Dat kan de zielzorger zijn, hetgeen hij illustreerde met voorbeelden uit zijn eigen praktijk, maar ook de verpleegster of de buurman die iets zeggen of iets doen waardoor het licht wordt. Het gaat Jezus er niet om dat wij onze goede woorden of daden op de kandelaar verheffen, om zelf te stralen, maar dat we het licht van God doorgeven.
Aan het eind van de dienst wachtte ons nog een verrassing. De Kantorin was van het orgel afgekomen en stelde voor het laatste gezang als canon te zingen. Daartoe werd de kerk in drie groepen verdeeld. Wij waren, met nog enkele personen, groep 2. Zelf zong ze het, na de juiste toon getroffen te hebben met een stemvork, even a capella voor. Zingen kon ze ook. Daarna mochten wij. Het klonk prima!
Na de dienst dronken we een bakje koffie en aten we een broodje. Het was prachtig weer, dus dat kon mooi buiten. Voor de deur van het hotel is een parkje, waar de meesten de rest van de middag op een bankje doorbrachten met een mooi boek.
We liepen nog een rondje door Linz, uiteraard naar de schönen, blauen Donau. En bekeken nog enkele kerken.
Vanmiddag hebben Arjen, Jan en ik nog een bezoek gebracht aan concentratiekamp Mauthausen.
Op 8 augustus 1938, vijf maanden na de “aansluiting” van Oostenrijk bij het Duitse Rijk, arriveerden de eerste gevangenen van het concentratiekamp Dachau in Mauthausen. Doorslaggevend voor de keuze van de locatie was, zoals bij het nevenkamp Gusen, de bestaande granietgroeve.
De gevangenen werden aanvankelijk voor de opbouw van het kamp ingezet en zouden voor de SS-onderneming “Deutsche Erd- und Steinwerke GmbH” bouwmaterialen voor de monumentale en prestigieuze bouwwerken van het nationaalsocialistische Duitsland gaan produceren.
De politieke functie van het kamp, geënt op aanhoudende vervolging en het detineren van politieke en ideologische tegenstanders, kreeg tot 1943 prioriteit. Mauthausen en Gusen waren een tijd lang de enige kampen die onder “Lagerstufe III” (voor zgn. zwaar belaste gevangenen) vielen. Dit impliceerde het hardste strafregime binnen het nationaalsocialistische kampsysteem, met tot gevolg een van de hoogste aantallen sterfgevallen in Duitse concentratiekampen van deze tijd.
Vanaf 1942/43 werden – zoals in alle concentratiekampen – de gevangenen in toenemende mate voor de bewapeningsindustrie ingezet. Als vervolg hierop werden talloze nevenkampen opgericht en het aantal gevangenen nam sterk toe. Eind 1942 werden 14.000 concentratiekampgevangenen in Mauthausen, Gusen en in enkele nevenkampen gevangen gehouden, wat in maart 1945 in Mauthausen en zijn nevenkampen tot 84.000 gevangenen was opgelopen.
Vanaf de tweede helft van 1944 arriveerden in Mauthausen de evacuatietransporten met duizenden gevangenen uit de concentratiekampen in het oosten. Daarnaast werden in het voorjaar van 1945 de ten oosten van Mauthausen gelegen nevenkampen evenals de dwangarbeiderskampen voor Hongaarse Joden opgeheven en de gevangenen in regelrechte doodsmarsen richting Mauthausen voortgedreven. Dit leidde in Mauthausen, Gusen, en ook in de nog bestaande nevenkampen Ebensee, Steyr en Gunskirchen tot complete overbezetting van de kampen. Door honger en ziektes nam sterfte massaal toe.
Het merendeel van de gedeporteerden naar Mauthausen was afkomstig uit Polen, gevolgd door burgers uit de Sovjet-Unie en Hongarije. Er zaten in concentratiekamp Mauthausen ook grote groepen Duitsers, Oostenrijkers, Fransen, Italianen, Joegoslaven en Spanjaarden gevangenen. In de SS-kampadministratie stonden mannen, vrouwen en kinderen uit meer dan 40 landen geregistreerd.
Vanaf mei 1944 werden Joodse gevangenen uit Hongarije en Polen in grote getale naar Mauthausen gedeporteerd. Zij hadden de minste overlevingskansen.
In het geheel werden tussen de oprichting van het kamp in augustus 1938 en de bevrijding door het Amerikaanse leger in mei 1945 bijna 200.000 mensen naar Mauthausen gedeporteerd.
Duizenden gevangenen werden doodgeslagen, doodgeschoten, door injecties vermoord of in het kader van “Totbadeaktionen” (dodelijke dompelbadproeven) door bevriezing vermoord. Minstens 10.200 concentratiekampgevangenen werden in de gaskamer van het hoofdkamp, in kamp Gusen dan wel in de “Euthanasie-inrichting” Schloss Hartheim of in de tussen Mauthausen en Gusen pendelende vergaswagen met gifgas vermoord. Het merendeel van de gevangenen stierf tengevolge van de nietsontziende en met mishandelingen gepaard gaande uitbuiting van hun werkkracht en gelijktijdige onthouding van voedsel, gebrekkige kleding, als ook het ontbreken van medische zorg. In het geheel kwamen ongeveer 100.000 gevangenen in Mauthausen, Gusen en nevenkampen om het leven, waarvan de helft in de laatste vier maanden voor de bevrijding.
In de 'Ruimte van de Namen' staan de 81.000 namen van de mensen die in Mauthausen de dood vonden en bij naam bekend waren.
Het herdenkingspark bestaat sinds 1949 en bevindt zich op de plek van de voormalige administratiebarakken. De gedenkmonumenten werden door verschillende landen en slachtoffergroepen opgericht.
Vanaf de 'parachutespringersmuur' werden gevangenen door de bewakingsdiensten de dood in geduwd. De op deze wijze vermoorde personen werden door de SS cynisch 'parachutespringers' genoemd.
De in 1942 herstelde doodstrap was de plaats van talrijke moorden, vooral voor gevangen die in een strafeenheid zaten. Over deze trappen moesten groepen gevangenen granietblokken uit de steengroeve naar het kamp dragen.
Al met al redelijk indrukwekkend en, zeker op deze mooie zomerse dag, niet voor te stellen wat zich hier allemaal heeft afgespeeld.
Morgenochtend om 8.30 uur zien we elkaar bij het ontbijt en vertrekken we naar ons voorlaatste adres: Hochkrimml (daar blijven we trouwens wel 9 dagen ;-).
Of er wifi is, is nog even de vraag...
Oef, zijn jullie in Mauthausen geweest? Daar heb ik, inmiddels al wat jaartjes geleden, een lijvig maar vooral indrukwekkend boek over gelezen. Over het 'leven' in dit meest verschrikkelijke vernietigingskamp dat de Nazi's hadden, een hel op aarde, waar je wel om móest komen als je hier terecht kwam. Bij elke Dodenherdenking op 4 mei denk ik als vanzelf weer aan dat boek en aan degenen die hier letterlijk de dood in werden gedreven. Ook die stenen trap wordt erin beschreven. De titel van het boek kan ik me alleen niet meer herinneren.
BeantwoordenVerwijderenHeej, maar die Donau is eigenlijk helemaal zo blauw niet hè? Of waar jullie zitten wel? Toen wij in februari langs de Donau zaten, was de rivier één grauwe boel, ondanks de strakblauwe lucht erboven.
Jan, bedankt weer voor je zondagse bijdrage. Het verschil tussen een Lutherse en een Calvinistische exegese viel niet eens zo op te merken, denk ik.
Voor morgen weer 'n goeie reis hè naar je volgende bestemming! Freek, schiet je ook daar weer 'n paar van die goeie portretten van tante Betty? 😉
Goeiemorgen allemaal, de foto's zijn weer supermooi en de bijdrage over Mauthausen maakte weer veel los. Wij bezochten jaren geleden na een week Hallein, ook Dachau. Na enkele uren bezichtiging vertrokken we naar Koblenz waar we zouden overnachten. In het hotel wilde ik iets vragen, maar ik moest wel 3x mijn keel schrapen. We beseften toen pas dat we al die uren niet gepraat hadden in de auto, we waren zelfs niet gestopt om te eten.
BeantwoordenVerwijderenOok bij Hochkrimml is het erg leuk, met de bus naar de waterval, de Grossglockner, iets verder de Hintertux, met de kabelbaan, leuk dat jullie nu op voor ons bekend gebied zijn. Gemoedelijk land, lekker eten, schone fijne hotelkamers. Dat wordt genieten kinderen en hopelijk met mooi weer. groetjes.