donderdag 30 juli 2020

De Dennen en het strand

Vandaag deden we het rustig aan: er werd gewandeld op het strand en in het bos, schelpen gezocht, gezwommen, boeken gelezen, een eindje met de auto gereden, op het strand gelegen, studie gemaakt van Texelse wijnen, op een terrasje gezeten, veel (heel veel) koffie gedronken en lekker gegeten. Kortom: best relaxt allemaal!



Jan en ik kwamen na wat omzwervingen in De Dennen terecht. Volgens mijn reisgids is een bezoek aan Texel niet compleet als je niet in De Dennen bent geweest. Dat kunnen we nu gelukkig dus afvinken!


Het grootste deel van dit bos is in de 20e eeuw aangeplant. In het begin werden er vooral veel dennen geplant door Staatsbosbeheer (m.n. voor de houtproductie), vandaar de benaming: De Dennen. Inmiddels is men bezig om er een gemengd bos van te maken en worden er open plekken gecreëerd. 


We liepen eerst naar het uitzichtpunt Kampeersnol (nol = duin). Ik ontdekte trouwens dat deze plaatsnaam op nummer 9 staat in de lijst met 19 meest bijzondere plaatsnamen in Nederland. Het hoge duin heette van oudsher de Jan Klaassennol, maar omdat er vanaf ongeveer een eeuw geleden regelmatig gekampeerd werd, werd het in de volksmond Kampeersnol. En inmiddels staat dat ook op de wegenkaart.


Vanaf het duin een mooi uitzicht op de Westerduinen.










Vervolgens liepen we door De Dennen richting de Fonteinsnol. Met Google Maps als hulp, kwamen we bij de uitzichttoren terecht.

Jac. P. Thijsse (een bekende natuurbeschermer en leraar), die graag op Texel kwam, bezocht deze plaats vaak. Hij vond de Fonteinsnol een van de meest bijzondere verschijnselen van Texel. Uit het hoge duin sijpelde aan de oostkant onophoudelijk water dat de aangrenzende landbouwgronden vochtig hield. Dat was een uniek verschijnsel. Thijsse wees hier zijn leerlingen op 'de mooiste bloemen en de aardigste vogels'. Bij de bebossing verdwenen zowel de bron als de beek en de bijbehorende vegetatie. Thijsse was niet te spreken over het verdwijnen van 'een landschap, zoo mooi en leerzaam'. Later moest hij toegeven dat De Dennen ook wel iets nieuws toevoegden aan Texel, nl. luwte. Je kon hier eindelijk eens ontspannen zonder gierende wind om je hoofd!

 Nu is de Fonteinsnol dus een hoog duin midden in het bos. De uitzichttoren die op het duin staat, is een aantal keren verhoogd, doordat het bos steeds hoger groeide. Het uitzicht vanaf de toren is dan ook niet echt spectaculair: je ziet bijna alleen maar boomtoppen.






Op het strand troffen we een gedeelte van het reisgezelschap aan. Met elkaar genoten we van een lekker broodje in de zon.


Verder hielden we een siësta.

Bij 'Wad Lekker' aten we vanavond een pannenkoek en reden daarna naar De Cocksdorp om de zon in de zee te zien zakken!





Met dank aan Mat voor de mooie foto's!









Welterusten!